B&W besluiten 18-03-2025

Aanwezig

• mevrouw mr. S.A.E. Poepjes, burgemeester
• de heer S. van den Berg, gemeentesecretaris
• mevrouw drs. J. Compagner, wethouder
• de heer drs. H. Olthof, wethouder
• de heer M. Blind, wethouder 
• mevrouw M.G.M. Engels, bestuursadviseur

Afwezig

- 

Agenda

1. Vaststellen BenW-besluit(en) d.d. 4 maart 2025

BESLUIT:

Conform vast te stellen. 

2. Ingekomen

INGEKOMEN:

Ter bespreking:

• MEMO Onderzoeksagenda 2025 inwonerpanel Olst-Wijhe Spreekt en testpanel
     13802-2025 – Voor kennisgeving aan te nemen.
• Spoorboekje Planning & Control cyclus 2025 - 12767-2025 – Voor kennisgeving 
    aan te nemen.

3. Invoeren Grondstoffen InleverPunt (GRIP)- wagen

BESLUIT:

1. De GRIP-wagen aanwijzen als inzamelpunt voor chemisch afval en kleine hoeveelheden grof huishoudelijk afval;
2. de kosten invoer GRIP wagen wegstrepen tegen de besparing door vervanging huidige KCA inzameling;
3. incidentele kosten voor communicatie dekken vanuit de Afvalstoffenheffing. 

SAMENVATTING

Om onze inwoners het wegbrengen van kleine hoeveelheden grof huishoudelijk afval makkelijker te maken ligt het voorstel in het college om de bestaande Chemokar om te vormend tot een Grondstoffen InleverPunt (GRIP) wagen. Het is een verbreding van de service naar inwoners door de huidige kca-inzameling (klein chemisch afval) te vervangen voor de GRIP-wagen. De invoering kan kostenneutraal worden uitgevoerd, omdat deze binnen de huidige kosten van de chemokar blijven. 

4. Voorstel over principebesluit voor het splitsen van een woning aan de Engeweg 6 en 6a in Wijhe

BESLUIT:

1. Het in principe (en onder voorwaarden) medewerking verlenen aan het verzoek voor het planologisch splitsen van de woning aan de Engeweg 6 en 6a in Wijhe;
2. Het verder in procedure brengen van de formele aanvraag mits er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan deze locatie;
   - Als onderdeel hiervan zal de initiatiefnemer een overeenkomst in het kader van nadeelcompensatie moeten ondertekenen;
   - De aangeleverde erfinrichtingstekening zal moeten worden uitgewerkt.

SAMENVATTING

Voor het adres Engeweg 6 in Wijhe is een verzoek ingediend voor het planologisch splitsen van de bestaande woning. De ‘nieuwe’ woning is feitelijk al aanwezig en heeft een eigen huisnummer (6a). De oorspronkelijke woning is formeel te klein om binnen de reguliere KGO-kaders gesplitst te kunnen worden.  In de beoogde situatie worden om die reden enkele bouwwerken gesloopt en wordt er een extra landschappelijke inspanning geleverd.

5. Voorstel over principebesluit voor het verzoek om een voormalige kippenschuur te gebruiken ten behoeve van een atelier

BESLUIT:

1. In principe (en onder voorwaarden) medewerking te verlenen aan het verzoek om een voormalige kippenschuur te gebruiken als atelier;
2. Medewerking te verlenen aan de aanvraag omgevingsvergunning mits kan worden aangetoond dat er wordt voldaan aan een evenwichtige toedeling van functies aan deze locatie (Etfal);
   - Onderdeel hiervan is dat de aanvrager een overeenkomst in het kader van nadeelcompensatie ondertekent;
   - Er moet een erfinrichtingsplan worden opgesteld en akkoord wordt bevonden door de gemeente;

SAMENVATTING

Voor het perceel Erveweg 11 in Welsum is een verzoek ingediend voor het gebruiken van een bestaande kippenschuur ten behoeve van een atelier. Het atelier is een uitbreiding op een bedrijf aan huis dat al gevoerd wordt op dit adres in een kantoor aan de zuidkant van dit perceel. Het bedrijf betreft een mode-ontwerper. Voor het verzoek moet worden afgeweken van het omgevingsplan omdat de schuur op gronden met de functie ‘Agrarisch’ staat. Het voeren van een aan ‘Wonen’ ondergeschikte functie is binnen de functie ‘Agrarisch’ niet toegestaan.

6. Voorstel over principebesluit voor het realiseren van zes plattelandskamers en 4 bedrijfsunits aan de Bokkelerweg ongenummerd

BESLUIT:

1. In principe -en onder voorwaarden- medewerking te verlenen aan het verzoek om zes plattelandskamers en 4 bedrijfsunits te realiseren aan de Bokkelerweg ongenummerd (ten noorden van 4) in Wesepe;
2. De formele aanvraag voor het realiseren van dit plan verder in procedure te laten brengen mits wordt aangetoond dat de ontwikkeling voldoet aan een evenwichtige toedeling van functies aan deze locatie;
   - Onderdeel hiervan is dat een overeenkomst in het kader van nadeelcompensatie wordt ondertekend door de initiatiefnemer;

SAMENVATTING

Voor het perceel van de Energiemolen aan de Bokkelerweg (ten noorden van 4) in Wesepe is een verzoek ingediend voor het realiseren van zes plattelandskamers en 4 bedrijfsunits. Deze worden verdeeld over de molen en een bestaand bijgebouw. Deze extra activiteiten zijn nodig om de energiemolen financieel rendabel te houden. Het plan past niet binnen de daar geldende functie ‘Bedrijf’. Hierdoor moet worden afgeweken van het Omgevingsplan.

7. Deelname Boerhaarseweg 6 te Olst aan de LBV-regeling en de invulling van de volgfuncties

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Boerhaarseweg 6 te Olst in het kader van de LBV-regeling;
2. Daartoe medewerking te verlenen aan het herbestemmen van deze locatie naar een woonfunctie, sloop van de aanwezige bedrijfsbebouwing en dierenverblijven en de bouw van 2 bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie;
3. In te stemmen met de verkoop van 1100 m2 aan sloopmeters aan derden mits de sloopmeters binnen de eigen gemeente worden ingezet;
4. Ten behoeve van de bovengenoemde transformatie gelden de navolgende randvoorwaarden:
   a. Sloop van de bedrijfsbebouwing en dierenverblijven zoals aangegeven op het sloopoverzicht door initiatiefnemer;
   b. Het intrekken van de milieuvergunning en de Natuurvergunning voor de varkenshouderij;
   c. Voor de nieuwe activiteiten geldt op basis van de LBV-regeling dat de stikstofdepositie berekend dient te worden en hier sprake is van een maximum van 15% ten opzichte van de referentiesituatie;
   d. Nadere afstemming over het erfinrichtingsplan met de gemeente;
   e. Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   f. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   g. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin de regels inzake deelname aan de LBV-regeling zijn opgenomen;
   h. De randvoorwaarden van de LBV-regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA);
5. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij wordt doorgehaald en de omvang van het huidige bouwvlak ten behoeve van de woonfunctie verkleind wordt;
6. Voor de omzetting naar wonen en de bouw van de bijgebouwen is een procedure omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) benodigd en er kan met de procedure gestart worden, nadat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer;
7. De gemeente zal zo spoedig als dat mogelijk is bovenstaande vergunningen opnemen in het nieuwe Omgevingsplan.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de LBV-regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn varkenshouderij en agrarische bedrijf te beëindigen. Na sloop van de bedrijfsbebouwing inclusief de dierenverblijven zal het gebruik van de locatie omgezet worden naar Wonen, inclusief twee nieuw op te richten bijgebouwen. Omdat bij deelname aan de LBV-regeling geen sprake is van een vergoeding van de sloopkosten wordt via maatwerk toch de mogelijkheid geboden om een deel van de resterende sloopmeters te verkopen voor ontwikkelingen in het buitengebied binnen onze gemeente. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging van het Omgevingsplan verankerd worden. 

8. Deelname Lierderholthuisweg 13 te Wijhe aan de LBV-regeling en de invulling van de volgfuncties

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Lierderholthuisweg 13 te Wijhe in het kader van de LBV-regeling;
2. Daartoe medewerking te verlenen aan het herbestemmen van deze locatie (kadastraal bekend als WHE00L522) naar agrarische gronden zonder bouwvlak, het slopen en verplaatsen van de bestaande bedrijfswoning en een bijgebouw van 250 m2 naar het naastgelegen perceel (kadastraal bekend als WHE00L523) ten behoeve van een reguliere woonfunctie;
3. In te stemmen met een bouwrecht voor de bouw van ofwel één vrijstaande woning (max. 750 m3) ofwel een 2^1 kapwoning (max. 800 m3) op een nader te bepalen locatie in de eigen gemeente of een locatie in de nabijheid in een direct aangrenzende gemeente;
4. In te stemmen met de verkoop van 500 m2 sloopmeters mits de sloopmeters ingezet worden in de eigen gemeente of in de nabijheid in een direct aangrenzende gemeente;
5. Over de nog nader te bepalen locatie voor woning(en) gekoppeld aan besluitnummers 3 en 4 een separaat besluit nodig is;
6. Ten behoeve van de bovengenoemde transformatie gelden de navolgende randvoorwaarden:
   a. Sloop van alle bedrijfsbebouwing incl. dierenverblijven (totaal 3895 m2) en de boerderijwoning ter plaatse van perceel WHE00L522;
   b. Het perceel WHE00L522 alleen gebruikt mag worden ten behoeve van agrarisch gebruik zonder bouwmogelijkheden;
   c. Het intrekken van de milieuvergunning en de natuurvergunning voor de varkenshouderij;
   d. Voor de nieuwe activiteiten geldt op basis van de LBV-regeling dat de stikstofdepositie berekend dient te worden en hier sprake is van een maximum van 15% ten opzichte van de huidige referentiesituatie;
   e. Voor het erfinrichtingsplan geldt dat in samenspraak met de gemeente nog een nadere uitwerking nodig is;
   f. Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   g. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   h. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin eveneens regels inzake deelname aan de LBV-regeling zijn opgenomen;
   i. De randvoorwaarden van de LBV-regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA);
7. Bovengenoemde activiteiten kunnen vooralsnog alleen via een procedure buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gefaciliteerd worden. Deze procedure wordt pas opgestart nadat er een anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer.
8. De gemeente zal zo spoedig als dat mogelijk is bovenstaande vergunningen opnemen in het nieuwe Omgevingsplan;
9. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij wordt doorgehaald en het bouwvlak van het agrarisch bedrijf wordt verwijderd.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de LBV-regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn varkenshouderij en agrarische bedrijf te beëindigen.  Verder zal de huidige bedrijfswoning verplaatst worden naar het aangrenzende perceel en omgezet worden naar een reguliere woonfunctie. Omdat bij deelname aan de LBV-regeling geen sprake is van een vergoeding van de sloopkosten kan via maatwerk toch een tegemoetkoming via rood voor rood verkregen worden voor de realisatie van een woning op een andere locatie. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging van het Omgevingsplan verankerd worden.

9. Deelname Marledijk 33 te Marle aan de LBV+ regeling en de invulling van de volgfuncties

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de melkveehouderij ter plaatse van de Marledijk 33 in Marle in het kader van de LBV+-regeling en daartoe instemmen met de gevraagde vervolgfuncties. Dit betreft: voortzetting als akkerbouwbedrijf en vergroten van de aanwezige aardappelloods; handhaven van de twee plattelandskamers; saneren van een van de 2 mestsilo’s, het realiseren van een ‘rustende boer’ woning in de deel van de monumentale boerderij;
2. Op basis van de LBV+ regeling een ontheffing te verlenen voor het handhaven van de jongveestal in het karakteristieke boerderijensemble (Rijksmonument) ten behoeve van de woonfunctie en een van de aanwezige mestsilo’s ten behoeve van het akkerbouwbedrijf;
3. In principe medewerking te verlenen aan het wijzigen van de functie van de solitaire 2e bedrijfswoning aan de Marledijk 31a in Marle naar regulier Wonen;  
4. Ten behoeve van de bovengenoemde transformatie gelden de navolgende randvoorwaarden:
   a. Sloop van de dierenverblijven zoals aangegeven op het sloopoverzicht door initiatiefnemer. Een van de twee mestsilo’s mag gehandhaafd blijven, mits dit past binnen de kaders van de LBV+ regeling;
   b. Het onderbouwen van de wens om alle sleufsilo’s te willen handhaven;
   c. Het intrekken van de milieuvergunning en de Natuurvergunning voor de melkveehouderij;
   d. Voor de nieuwe activiteiten geldt op basis van de LBV+ regeling dat de stikstofdepositie berekend dient te worden en hier sprake is van een maximum van 15% ten opzichte van de referentiesituatie;
   e. Het opstellen van een erfinrichtingsplan en deze ter goedkeuring voorleggen aan de gemeente;
   f. Het verkleinen van het agrarische bouwvlak voor zover nodig voor de bedrijfsvoering;
   g. De woning Marledijk 31a functioneel af te splitsen als reguliere woning, onder de voorwaarde dat deze woning en het bijgebouw mogen niet vergroot worden en dit milieutechnisch te onderbouwen is waarbij naast de mestsilo ook rekening wordt gehouden met een zonering gebruik gewasbeschermingsmiddelen; 
   h. Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   i. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   j. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin de regels inzake deelname aan de LBV+ regeling zijn opgenomen;
   k. De randvoorwaarden van de LBV+ regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) en de anterieure overeenkomst;
5. Voor deze ontwikkeling in overleg met de initiatiefnemer de benodigde procedure omgevingsvergunning voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit (B)OPA) af te stemmen. Er kan pas met de procedure gestart worden, nadat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer;
6. De gemeente zal zo spoedig als dat mogelijk is bovenstaande vergunningen opnemen in het nieuwe Omgevingsplan;
7. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij wordt doorgehaald en het bouwvlak van het agrarisch bedrijf wordt aangepast ten behoeve van het akkerbouwbedrijf. 

SAMENVATTING

Initiatiefnemer van de Marledijk 33 in Marle heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de LBV+ regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de melkveehouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn melkveehouderij te beëindigen en zijn agrarische bedrijf voort te zetten als akkerbouwbedrijf. Na sloop van de dierenverblijven zal er alleen sprake zijn van vergroting van de reeds aanwezige aardappelloods en de wens om een aantal sleufsilo’s en een van de mestsilo’s te handhaven. In de monumentale deel (Rijksmonument), eerder in gebruik als veestalling, zal een wooneenheid gerealiseerd worden. De huidige tweede bedrijfswoning aan de Marledijk 31a in Marle wordt functioneel losgekoppeld van het agrarische bedrijf en kan omgezet worden in een reguliere woning. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging van het Omgevingsplan verankerd worden.

10. Vaststellen jaarverantwoording LEA/VVE

BESLUIT:

1. De jaarverantwoording 2024 onderwijsachterstandenbeleid LEA/VVE vast te stellen.

SAMENVATTING

De vastgestelde jaarverantwoording 2024 onderwijsachterstandenbeleid LEA/VVE wordt ter verantwoording ingestuurd naar de Inspectie van het Onderwijs. 

Het Lokale Educatieve Agenda (LEA)-overleg is een overleg dat minimaal één keer per jaar gevoerd wordt met de houders van kinderopvangorganisaties en de schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs. In dit overleg wordt gesproken over het onderwijsachterstandenbeleid, inclusief voor- en vroegschoolse educatie (vve). 
In de jaarverantwoording van 2024 blijkt dat we goed op weg zijn met betrekking tot de wettelijke verplichtingen. Er is overleg geweest tussen de gemeente en de schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs over de verplichte thema's. Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt en is er stilgestaan bij bestaande afspraken over de doelgroep definitie, de toeleiding en de doorgaande lijn met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie (vve).
Het jaar 2024 stond ook in het teken van het herzien van de structuur van het LEA-overleg. Eind 2024 is deze nieuwe structuur geëvalueerd tijdens een LEA-overleg en werd deze als positief ervaren.
Een aandachtspunt is het inhoudelijk terugblikken op de gestelde doelen en resultaten. Dit is meegenomen als focuspunt voor eind 2025 en begin 2026.

11. Ontwerp uitvoeringsprogramma sociale toekomstvisie

BESLUIT:

1. Het ontwerp uitvoeringsprogramma Sociale toekomstvisie conform bijgevoegd concept vast te stellen.
2. De uitwerking en uitvoering ervan in 2025 te dekken uit reeds beschikbaar gesteld uitvoeringsbudget van €133.707 (structurele rijksmiddelen ter versterking van de financiële positie van gemeenten in het sociale domein van € 83.707 en een structureel budget van €50.000 dat reeds beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van de preventie-activiteiten)
3. De structurele rijksmiddelen ter versterking van de financiële positie van gemeenten in het sociale domein van € 83.707 per jaar conform eerdere besluitvorming bij de kadernota 2026-2029 integraal afwegen.

SAMENVATTING

Ontwerp uitvoeringsprogramma Sociale toekomstvisie
In september 2024 heeft de gemeenteraad van Olst-Wijhe een ambitieuze Sociale toekomstvisie vastgesteld voor de periode 2024-2034. Het ontwerp uitvoeringsprogramma beschrijft hoe we deze visie in de praktijk gaan brengen. Het doel is om een sterke sociale basis te creëren waar iedereen zich thuis voelt en elkaar helpt. Normaliseren en socialiseren is daarbij het motto!

12. Ledenraadpleging VNG aanpassing maximale borg woningcorporaties

BESLUIT:

1. Kennis te nemen van de brief en de bijgevoegde memo;
2. Instemmen met het voornemen van de VNG om positief te besluiten op het voorstel van de WSW
3. De gemeentesecretaris/directeur machtigen om namens het college de stem uit te brengen.

SAMENVATTING

Gemeenten werken samen met woningcorporaties aan het realiseren en in stand houden van de sociale huurvoorraad. Om ervoor te zorgen dat corporaties tegen gunstige voorwaarden geldleningen kunnen aantrekken, bestaat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De VNG spreekt namens de gemeenten met het WSW. Vanwege een voorstel van het WSW om het maximaal geborgd leningvolume per woningcorporatie aan te passen en te indexeren, zodat ook de grotere corporaties kunnen blijven investeren, organiseert de VNG een ledenraadpleging ter voorbereiding op besluitvorming door het VNG-bestuur. Met deze ledenbrief vraagt de VNG aan gemeenten om een stem uit te brengen. Gemeenten kunnen tot 26 maart 2025, 12.00 uur wel of niet instemmen met het voornemen van de VNG. 

13. Goedkeuring en ondertekening addendum samenwerkingsovereenkomst grootonderhoud Veerweg en N337

BESLUIT:

1. In te stemmen met het addendum op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Olst-Wijhe en de provincie Overijssel
2. In te stemmen met de financiële en organisatorisch afspraken zoals vastgelegd in de overeenkomst
3. De burgemeester te machtigen om de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen

SAMENVATTING

Het college wordt verzocht goedkeuring te verlenen aan het addendum op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Olst-Wijhe en de provincie Overijssel. Deze overeenkomst heeft betrekking op het grootonderhoud aan de Veerweg en de N337. Het addendum beschrijft de gewijzigde afspraken over planning, financiering en uitvoering van de werkzaamheden. Het college wordt tevens verzocht om de burgemeester te mandateren om de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen.

14. Pilot BSO+

BESLUIT:

1. In te stemmen met het starten van een Pilot BSO+ conform bijgevoegd plan
2. De bijlage ‘begroting BSO+’ vertrouwelijk te behandelen gezien de begroting bedrijfsgegevens van de kinderopvang bevat.
3. Het budget voor BSO+ van €12.500 voor 2025 beschikbaar te stellen en de financiële consequenties neutraal te verwerken in de 1e BERAP 2025 en het budget van €37.500 beschikbaar te stellen voor 2026 en de financiële consequenties neutraal te verwerken in de begroting 2026-2029.

SAMENVATTING

De pilot introduceert BSO+ in de gemeente Olst-Wijhe, een initiatief dat kinderen tussen de 4-13 jaar die lichte ondersteuning nodig hebben, een veilige en stimulerende omgeving biedt. Het doel is om kinderen te helpen zich positief te ontwikkelen en onnodig gebruik van geïndiceerde jeugdzorg te voorkomen.

Binnen gemeente Olst-Wijhe starten zowel kinderopvangorganisatie KOOS als de Bieënkorf met een BSO+ groep. De BSO+ groep is onderdeel van de reguliere BSO.
De pilot wordt aangeboden in twee modellen: geïntegreerd in de reguliere groep in Olst en als aparte groep in Wijhe. Beide modellen worden geëvalueerd om de meest effectieve aanpak te bepalen. De pedagogisch professionals worden getraind om de specifieke behoeften van deze kinderen te ondersteunen. Dit sluit aan bij de visie van de gemeente om een goede basis te bieden in de eigen omgeving van het kind. Doorstroom van BSBO+ naar reguliere BSO is altijd mogelijk.

15. Gebiedsaanpak Stationsweg Wijhe

BESLUIT:

1. Uitvoering van scenario 2. Ontwikkeling aan de Stationsweg in Wijhe zonder aankoop van de kerk en bijbehorende gronden.
2. Het opstellen van een plan van aanpak en uitvoering hiervan om te komen tot woningbouw op de locatie van de Mijnpleinschool aan de Stationsweg.
3. Een financiële bijdrage van maximaal 30% van de totaal begrote kosten (€ 10.000) oftewel maximaal 
   € 3.000,- aan de Werkgroep Lichtend Vuur voor het uit te voeren haalbaarheidsonderzoek en deze kosten ten laste te laten komen van het budget kerkenvisie. Dit als de provinciale subsidie (die 100% van de kosten bedraagt) niet wordt verstrekt.
4. Het voorstel aan de raad te doen om een voorbereidingskrediet van € 200.000 beschikbaar te stellen om te komen tot de gewenste ontwikkeling. En de gemaakte kosten in te brengen in de actieve of faciliterende grondexploitatie waarbij de kosten gedekt worden door de ontwikkeling van de grondexploitatie of de op te stellen overeenkomsten met initiatiefnemers en eventueel te verkrijgen subsidies. Dit aan de hand van het gekozen scenario.  
5. Besluiten om de bijlagen 1, 2, 3 als vertrouwelijk te bestempelen (op grond van artikel 5.1, eerste lid, sub c en tweede lid, sub e en f van de Woo).
6. De communicatie-aanpak passend bij de keuze voor scenario 2.

SAMENVATTING

Er zijn veel veranderingen rondom de Mijnpleinschool locatie Stationsweg in Wijhe. Het kerkgebouw wordt aan de eredienst onttrokken, de school verhuist naar het Kindcentrum en op de plek van de school zijn plannen voor woningbouw. Daarnaast zijn er twee particuliere initiatieven voor woningbouw: appartementen aan De Bongerd en een woonzorgcomplex achter de locatie van Trevin. In 2023 maakte de gemeente samen met de initiatiefnemers een plan voor het gebied. In haar zoektocht naar een nieuwe bestemming voor de kerk, bood het parochiebestuur afgelopen najaar de gemeente de kerk en de gronden rondom de kerk te koop aan In de basis stonden we als gemeente positief tegenover de aankoop, omdat we daarmee de nieuwbouw in dit gebied een impuls wilden geven. Maar we komen tot de conclusie dat de financiële risico’s voor ons als gemeente te groot zijn. Met name de kosten voor onderhoud en het instandhouden van de kerk zijn voor de gemeente te hoog, zeker in het licht van de financiële situatie van de gemeente( (ravijnjaar). Daarom zien we af van aankoop van de kerk.

Zonder de kerk en de gronden van de kerk is er een nieuwe situatie ontstaan  De komende tijd kijken we hoe we onze plannen voor woningbouw op de schoollocatie, in combinatie met de plannen van de twee andere initiatiefnemers, alsnog kunnen realiseren. Daarvoor wordt een plan van aanpak gemaakt.  Het behoud en respect voor deze plek staat daarbij onverminderd voorop; iets wat de omwonenden ons nadrukkelijk hebben meegegeven. De eerste stap is het informeren van het parochiebestuur en de werkgroep Lichtend Vuur over het besluit om de kerk niet aan te kopen. Aansluitend informeren we de overgebleven initiatiefnemers en maken we met hen afspraken over het vervolg. En we informeren omwonenden en andere betrokkenen. Onze volgende stap is de gemeenteraad vragen om een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen.